Scientology

Scientology c.s. hebben in dit geding gevorderd, samengevat: a) te verklaren voor recht dat de (in eerste aanleg gedaagde) providers door het zonder toestemming van hen (Scientology c.s.), als direct of indirect rechthebbenden, voor derden toegankelijk op door hen gecontroleerde, dan wel aan hen toebehorende computersystemen aanwezig hebben van 1) een verveelvoudiging van werken waarvan Scientology het auteursrecht bezit, 2) een "link" welke bij activering veroorzaakt dat een verveelvoudiging van een werk waarvan Scientology het auteursrecht bezit wordt vertoond op het scherm van de gebruiker, zich schuldig maken aan een openbaarmaking en/of verveelvoudiging in de zin van de Auteurswet 1912 (hierna: Aw) en/of onrechtmatig jegens hen handelen indien zij van de aanwezigheid van voornoemde documenten respectievelijk het bestaan van voornoemde "link" op de hoogte zijn dan wel hadden behoren te zijn; b) te verklaren voor recht dat de werken bekend onder de naam OT I tot en met OT VII), althans OT II en OT III niet rechtmatig zijn openbaar gemaakt in de zin van artikel 15a onder 1 Aw ;

Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum
2003-09-04
ECLI
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI5638
Online vindplaatsen