Emmense baliekluivers

Emmense baliekluiver. OM-cassatie. Ontslag van alle rechtsvervolging t.z.v. het zonder noodzaak blijven staan op een brug in 1951 in Emmen (art. 14 jo. 134 APV Emmen) op de grond dat in onderwerp waarin werd voorzien door APV-bepaling nadien is voorzien door art. 40.4 jo. 124 Wegenverkeersreglement. Stelt latere hogere regeling (Wegenverkeersreglement) een eerdere lagere regeling (APV Emmen) buiten werking, nu beide regelingen voorzien in hetzelfde onderwerp? Art. 14 APV Emmen, dat het zonder noodzaak blijven staan op over vaarwaters gelegen bruggen verbiedt, strekt (mede gelet op plaatsing van dit voorschrift in Hoofdstuk V van die verordening met als opschrift ‘’Openbare orde, veiligheid en zedelijkheid’’) kennelijk ter voorkoming van het doelloos verblijven op of in de onmiddellijke nabijheid van bruggen en andere inrichtingen en ter kering van de uit dat verblijven voortvloeiende gevaren van baldadigheid. Art. 40.4 Wegenverkeersreglement, dat aan voetgangers verbiedt te blijven staan op of nabij kruisingen en splitsingen van wegen en op bruggen, indien daardoor verkeer wordt belemmerd of in gevaar gebracht, beoogt echter slechts gedragingen van voetgangers waardoor verkeersbelangen kunnen worden geschaad tegen te gaan. Daarom bestaat geen grond voor opvatting dat door laatstgenoemd artikel zou zijn voorzien in een onderwerp, dat is geregeld door dit voorschrift van APV Emmen, waardoor dit voorschrift bij inwerkingtreding van Wegenverkeersreglement van rechtswege zou hebben opgehouden te gelden. Volgt (partiële) vernietiging v.zv. bewezenverklaard feit niet strafbaar is verklaard en verdachte is ontslagen van alle rechtsvervolging. HR kwalificeert bewezenverklaarde als ‘’het zonder noodzaak blijven staan op over vaarwaters gelegen bruggen’’, strafbaar o.g.v. art. 14 jo. 134 APV Emmen, en veroordeelt verdachte tot geldboete van 1 gulden, subsidiair 1 week tuchtschool.

Instantie
Hoge Raad
Datum
1952-03-04
ECLI
ECLI:NL:HR:1952:AG1979
Online vindplaatsen