Modehuis Nolly II

Lastgeving. Man heeft als lasthebber van de vrouw gelden uit haar bedrijf belegd in onroerende zaken die op zijn naam zijn gesteld. Kan de vrouw met succes vorderen dat haar de eigendom daarvan door de man wordt geleverd? Feitenrechter na verwijzing. Zoals volgt uit HR 2 april 1976 is de constructie van lastgeving tot belegging van gelden in onroerende zaken die, zolang de lastgever geen overschrijving op eigen naam wenst, op naam van de lasthebber en diens eigendom blijven, mogelijk. Uitgaande van deze mogelijkheid heeft het hof uit de feiten afgeleid dat de man bij de aankoop van de onroerende goederen in het kader van het beheer van de gelden van de vrouw als eigenaresse van het modehuis en de hem verstrekte volmacht als procuratiehouder van deze onderneming is opgetreden als middellijk vertegenwoordiger van de vrouw en bevoegd om ter belegging van de bedoelde gelden van de vrouw onroerende goederen op zijn eigen naam aan te kopen. Terecht trekt het hof daaruit de conclusie dat de man jegens de vrouw gehouden is de onroerende goederen aan de vrouw te leveren, nu zij de wens daartoe te kennen heeft gegeven.

Instantie
Hoge Raad
Datum
1984-03-16
ECLI
ECLI:NL:HR:1984:AB7952
Online vindplaatsen