Ongewenste medehuurster

Huurrecht woonruimte. “Gezamenlijk verzoek” ex art. 7A:1623h lid 7 BW. Nadat verhuurder ermee akkoord is gegaan dat de partner van huurder als medehuurster zou gelden, verzoekt de partner de kantonrechter te bepalen dat huurder de huurovereenkomst niet langer zal voortzetten en hem tot ontruiming van de woning te veroordelen. Niet uitgesloten is dat de eisen van de goede trouw in de gegeven omstandigheden eraan in de weg staan dat de huurder zich jegens diens huisgenote beroept op het door haar zonder zijn medewerking verkregen hebben van de erkenning als medehuurster. Nu art. 7A:1623h van dwingend recht is, is terughoudendheid echter op zijn plaats. Regeling in art. 7A:1623h BW is niet in strijd met art. 8 EVRM/17 IVBP/art. 6 en 14 EVRM.

Instantie
Hoge Raad
Datum
1987-11-13
ECLI
ECLI:NL:HR:1987:AC3287
Online vindplaatsen