Doorneweerd/Rinsma

Huurrecht woonruimte. Huurder woonruimte voert bedrijf uit vanuit gehuurde. Beëindigingsverzoek ex art. 7A:1623 c lid 2 BW gebaseerd op art. 7A:1623e lid 1 sub 3 BW. “Passende woonruimte” tegen achtergrond van dit gebruik door huurder, verplichtingen huurder op grond van art. 7:214 BW. Het hangt van de aard van het bedrijf af of de huurder van een woonhuis voor het in of vanuit dat huis uitoefenen daarvan toestemming van de verhuurder behoeft. Voor het uitoefenen van het bedrijf van alleenvertegenwoordiger van enkele buitenlandse fabrikanten van ramen en voor het gebruik van de bij de woning behorende garage voor opslag en het verrichten van reparaties was geen toestemming vereist.

Instantie
Hoge Raad
Datum
1990-03-30
ECLI
ECLI:NL:HR:1990:AD1081
Online vindplaatsen