Elzinga / Miedema
Huurrecht bedrijfsruimte. Huurprijsvaststelling benzinestation ex art. 7A:1626 lid 3 BW. Bedrijfshuuradviescommissie vindt geen bruikbaar vergelijkingsmateriaal over de betrokken referentieperiode waardoor het niet mogelijk is een geheel aan de wettelijke maatstaven beantwoordend advies te geven. Aansprakelijkheidsrisico milieuvervuiling. De rechtbank heeft, door haar oordeel te gronden op gegevens vervat in dit rapport, geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. Ook heeft de rechtbank niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de aanpak van het advies tot uitgangspunt nemend, het beroep van verhuurder op de potentiële jaaromzet van het benzinestation buiten beschouwing te laten op de grond dat verhuurder zelf gekozen heeft voor een huurprijs in de vorm van een vast bedrag, dat niet aan de omzet van het benzinestation gerelateerd is. Dit is evenmin in strijd met de objectieve maatstaf van art. 7A:1626 lid 3 BW, nu de invloed die de rechtbank aldus aan de oorspronkelijke overeenkomst heeft toegekend niet een correctie betreft op de objectieve maatstaf van art. 7A:1626 lid 3 BW, maar juist leidt tot afwijzing van een door verhuurder verdedigde correctie. Daarbij heeft de rechtbank mede betekenis toegekend aan de gedachte dat een huurder van bedrijfsruimte in beginsel zijn eigen beleid — en daarmee mogelijk zijn omzet — in redelijkheid moet kunnen bepalen. Ook dit oordeel geeft in de gegeven omstandigheden geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Milieuproblematiek is van algemene orde.
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum
- 1993-02-26
- ECLI
- ECLI:NL:HR:1993:ZC0891
- Online vindplaatsen
-