AHAM / Siccama

Huurrecht woonruimte. Voortzetting overeenkomst van onderhuur in strijd met redelijkheid/billijkheid (art. 7A:1623 lid 2 aanhef en onder c BW) vanwege daaruit voortvloeiende mogelijkheid tot verzoek huurverlaging? In deze procedure moet gelet op het bepaalde in AHAM/Malherbe veronderstellenderwijs ervan worden uitgegaan dat aan AHAM en Malherbe voor wat betreft het aan Siccama onderverhuurde gedeelte een gebruik als woonruimte voor ogen heeft gestaan. AHAM kan zich bij dit uitgangspunt niet met vrucht erover beklagen dat het huurprijsregime zoals neergelegd in de HPW woonruimte van toepassing is. Belang verhuur aan een huurder onder een huurregime bij toetsing aan art. 7A:1623 lid 2 onder c BW niet relevant. Dit geldt eveneens voor het door onderhuurder weten althans behoorde te weten dat de onderhuurovereenkomst zou eindigen bij het einde van de hoofdhuurovereenkomst.

Instantie
Hoge Raad
Datum
1994-01-28
ECLI
ECLI:NL:HR:1994:ZC1249
Online vindplaatsen