Onderhoudsplicht ouder en stiefouder
Personen-en familierecht. Kinderalimentatie. Brengt het stelsel van de art. 1:392, 395 (a) en 397 BW een rangorde mee van de alimentatieverplichtingen indien meer personen (vader/stiefvader) op grond van bloed-of aanverwantschap tot het verstrekken van levensonderhoud gehouden zijn? Uit de wetsgeschiedenis betreffende art. 1:392 BW blijkt dat de wetgever het niet gewenst heeft geoordeeld te bepalen dat de wettelijke alimentatieplicht van een stiefouder subsidiair is aan die van de ouders. In beginsel zijn derhalve de vader en de stiefvader beiden gehouden tot het verstrekken van levensonderhoud aan de dochter. De rechter dient eerst vast te stellen of de draagkracht van beiden het betalen van een bijdrage toelaat. Indien zulks het geval is, moet de rechter vervolgens bij het vaststellen van de omvang van die bijdrage ingevolge art. 1:397 lid 2 behalve met ieders draagkracht, ook rekening houden met de bijzondere verhouding waarin ieder van beiden tot de gerechtigde staat.
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum
- 1994-11-11
- ECLI
- ECLI:NL:HR:1994:ZC1539
- Online vindplaatsen
-