Butterman q.q./Rabobank
Faillissementsrecht. Overeenkomstenrecht; opzegging kredietovereenkomst met vennootschap door bank zonder dat opzegging wordt geƫffectueerd; faillissement vennootschap; vraag of (i) wel of geen opzegging van de kredietovereenkomst heeft plaatsgevonden, (ii) de bank een aantal zekerheden waarop zij aanspraak maakt onverplicht heeft doen vestigen, (iii) de bank een jegens de nieuwe, onbetaalde schuldeisers onrechtmatige schijn van kredietwaardigheid van de later failliete vennootschap heeft gewekt en (iv) de curator bevoegd is om de schade van die nieuwe onbetaalde schuldeisers voor de boedel op te vorderen. Bank mag het bij faillissement nog openstaande kredietbedrag na faillissement verrekenen met een betaling op de bankrekening die het indirecte gevolg was van een aan de bank verpande vordering.
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum
- 2011-01-14
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2011:BN7887
- Online vindplaatsen
-