Van Dooren q.q./Holding

Goederenrecht. Pandrecht. Is rangwijziging bij pandrecht mogelijk? Analoge toepassing van art. 3:262 lid 1 BW (hypotheekrecht)? Strekt de inningsbevoegdheid van de pandhouder zich uit over alle vorderingen die aan hem zijn verpand, ongeacht het beloop van de vordering waarvoor het pandrecht is verstrekt (art. 3:246 lid 1 BW)? In overweging ten overvloede komt Hoge Raad gedeeltelijk terug van HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3619.

Instantie
Hoge Raad
Datum
2021-04-09
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:524
Online vindplaatsen